Toch maakte de zaktijdzoemer iets los in Keijser. Hij bedwong de behoefte aan een laatste kop koffie. Hij moest nu actie ondernemen, anders was hij echt te laat. Er lag een ultimatum. Een deadline. Een zaktijd. Als hij aan het einde van de donderdag geen zinnige cijfers zou hebben die op redding van De Vrije Bode wezen, zou hij het beheer van de krant in vreemde handen moeten leggen. Zo niet, dan zou hij heel wat meer verliezen dan alleen een oor.
Het nieuws waar hij zo lang op wachtte, kwam niet. Hij moest het zelf maken. Zelf doen. Het was een schande, waar was zijn journalistieke integriteit gebleven? Dit was niet zoals zijn vader hem had opgevoed. Maar die had Abraham Helmut Keijser junior niet op de wereld gezet om gechanteerd te worden door gangsters die dreigden zijn leven te nemen als hij niet boog voor hun eisen betreffende de inhoud van de krant.
Hij greep de hockeystick bij gebrek aan beter. Alle andere, financiële, instrumenten van Peetersen hadden tot dusver gefaald.
Woensdagavond, tien over half twaalf
Het was niet ver lopen van de redactie van De Vrije Bode naar het ministerie. Van oudsher zaten de krantenredacties in de buurt van het politieke centrum.
Met zijn perskaart, die hij nog altijd met trots droeg, opende Keijser de parkeergarage van het ministerie. De pers had daar zijn eigen parkeerplaatsen sinds het bestaan van Hilversum en de verhuizing van veel redacties naar goedkope kantoorpanden in de buitenwijken, in inspiratieloze bedrijvenparken. Geen wonder dat de sjeu en schwung uit de journalistiek waren verdwenen.
Keijser had vastgehouden aan het kantoorpand waar de krant al sinds de oprichting was gevestigd. Hij had heilig geloofd dat de vestiging in het hart van de stad de krant ten goede zou komen. Die A-locatie had hem echter uiteindelijk slechts geld gekost.
De BMW van Cornelissen stond als een van de weinige voertuigen in de parkeerkelder. Keijser herkende het voertuig van de nieuwjaarsreceptie: het duurste model, alle opties. Veel te duur voor een staatssecretaris, maar Keijser dacht wel te weten waar het geld vandaan kwam, want wie beter dan een staatssecretaris kon je omkopen om het gewenste nieuws van de persen te laten rollen, om de spreekbuis van politieke correctheid met subsidies te laten roeptoeteren en het tegengeluid te smoren? Geen wonder dat er mensen klaar stonden om Cornelissen voorgoed te laten stoppen met zijn smerige praktijken. Alleen jammer dat ze te laat waren om de deadline van De Vrije Bode te halen.
Het was echter nog niet helemaal te laat. Keijser verstevigde zijn grip op de hockeystick. Hij spiedde in de richting van de deur naar het trappenhuis, waar Cornelissen vandaan moest komen. Er waren daar voldoende plekken waar hij zich kon verbergen en Cornelissen kon gadeslaan als die naar de BMW zou lopen.
Keijser liet zich opgaan in de schaduwen. Hij was er klaar voor.
Donderdag
De chocoladeletters op de voorkant van De Vrije Bode vielen op. De krant verkocht die donderdag in de losse verkoop meer exemplaren dan in de hele maand ervoor. Nadat de eerste normale, bescheiden oplage om zeven uur ‘s ochtends al was uitverkocht werd een tweede, een derde oplage gedrukt, met een extra middag- en avondeditie. De plotselinge en gewelddadige dood van Abraham H. Keijser, eigenaar van de Vrije Bode, was groot nieuws. Geen passant van een kiosk kon de scoop van De Vrije Bode laten liggen. De website liep nu en dan vast door de vele bezoekers die achter de betaalmuur verder wilden lezen hoe het lichaam van de krantenmagnaat was gevonden in de parkeergarage van het ministerie waaronder Media & Communicatie viel.
Die donderdag werd de redactie, die werkte aan de middag- en avondeditie met daarin een uitgebreid in memoriam en diverse geschokte reacties uit de media, regelmatig lastiggevallen door mensen die wilden weten wie de dader was, of zeiden te weten wie de dader was. Niet alleen de lokale media stonden op de stoep van het redactiekantoor, ook de omroepbusjes uit Hilversum waren er geparkeerd, compleet met straalzenders om enig nieuws over de brute moord op de krantenmagnaat direct de ether in te slingeren.
Claire Stigter bekeek het mediacircus onder haar raam door de kieren van de zonnewering, hoewel de zon uren geleden al was ondergegaan. Een reporter van Nieuws Laat stond onder een lantarenpaal de assistent-vormgever te interviewen, wanhopig op zoek naar een nieuwsfeitje dat door de andere media over het hoofd was gezien. Zodra het bij de redactie bekend werd dat Keijser nooit meer zijn “denk aan de verdomde deadline” over de redactie zou blaffen, was Claire in Keijsers kantoor gezet. Dat was juist op tijd geweest om het nieuws van Keijsers dood nog vóór de zaktijd met kunst- en vliegwerk in de ochtendedities op te nemen. Het was bikkelen geweest, maar de primeur was binnen en met niet eens al te veel fouten. Haar eerste klus vanuit het matglazen kabinet zat erop. Haar benoeming tot hoofdredacteur en opvolger van Bram Keijser zou slechts een formaliteit zijn. Ze was doodop, maar van rust kon nog geen sprake zijn. De volgende deadline lag al in het verschiet.
Ze keek om bij een klop op de deur. “Binnen.”
“Het is misschien een verkeerd moment, Claire,” zei de haastig binnenkomende Peeters, “Maar we moeten het eens hebben over de financiële positie van de Vrije Bode. Ondanks de formidabele verkoopcijfers van vandaag ziet het er grimmig uit. Ik heb zojuist een voorstel gekregen om een en ander binnen ons bedrijf financieel te saneren. Ik denk dat Keijser altijd financiële steun van derden heeft geweigerd omdat hij dan de grip op het nieuws zou hebben verloren, of dat tenminste dacht, maar we kunnen niet anders gezien de omstandigheden. Kun je contact opnemen met,” hij bekeek de notitie die hij had gemaakt, “Evert van Rosendael?”
Over de auteur
Jack Schlimazlnik schrijft. Lees de andere via Smashwords gepubliceerde verhalen: https://www.smashwords.com/profile/view/schlimazlnik
Nieuwtjes, roddels en rants:
- http://schlimazlnik.livejournal.com/
- https://www.facebook.com/jack.schlimazlnik
Homepage: https://vanip.home.xs4all.nl/schlimazlnik
Zaktijd Page 2